Wanneer krijg je AOW en wat kun je verwachten?

Voor de één is de AOW leeftijd nog heel ver weg, voor de ander komt het wellicht steeds dichterbij. Het is hoe dan ook goed te weten wat je kunt verwachten (volgens de huidige wetgeving) en of je wellicht nog wat extra’s moet regelen. De AOW is namelijk een belangrijke pijler voor de oudedagsvoorziening in Nederland. In deze blog zal ik uitleggen wat het is, wanneer je deze krijgt en waar je rekening mee moet houden.

AOW: Wanneer krijg je het en waar moet je op letten

Wat is AOW?

AOW staat voor Algemene Ouderdomswet. Het is een basispensioen dat door de overheid wordt uitgekeerd aan iedereen die de AOW-leeftijd heeft bereikt. Deze leeftijd is de leeftijd waarop je recht hebt op de AOW-uitkering. Dit is een leeftijd die door de overheid wordt bepaald en in de loop der jaren is opgeschoven.

Wanneer krijg je AOW?

Dit is afhankelijk van je geboortedatum. Voor vrouwen die in 1957 of later zijn geboren, is deze leeftijd op dit moment 67 jaar. Voor vrouwen die voor 1957 zijn geboren, geldt een andere leeftijd. Op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) kun je de AOW-leeftijd voor jouw geboortedatum vinden.

Als je de juiste leeftijd hebt bereikt, kun je in principe direct de uitkering aanvragen. Je kunt er echter ook voor kiezen om de uitkering later in te laten gaan. Hierdoor krijg je een hogere uitkering per maand. De hoogte van de uitkering is namelijk afhankelijk van de periode waarin je geen AOW-uitkering hebt ontvangen. Als je ervoor kiest om de uitkering later in te laten gaan, kun je dit maximaal vijf jaar uitstellen.

Waar moet je rekening mee houden?

Als je de AOW-leeftijd hebt bereikt, hoef je niet zelf actief de uitkering aan te vragen. De SVB stuurt namelijk ongeveer vier maanden voor je juiste leeftijd een brief waarin staat dat je recht hebt op de AOW-uitkering. In deze brief staat ook hoe je de uitkering kunt aanvragen.

Als je AOW ontvangt, kan dit gevolgen hebben voor andere uitkeringen die je ontvangt. Bijvoorbeeld de toeslagen die je van de Belastingdienst ontvangt. Het is daarom belangrijk om te kijken wat de gevolgen zijn van het ontvangen van de AOW-uitkering voor andere uitkeringen. Op de website van de SVB kun je hier meer informatie over vinden.

Rekenvoorbeelden

Om een beter beeld te krijgen van de hoogte van de AOW-uitkering, volgen hieronder een aantal rekenvoorbeelden.

Stel je bent in 1957 geboren en je bereikt in 2024 de juiste AOW-leeftijd. Op dat moment bedraagt de uitkering (bruto) € 1.311,24 per maand. Als je ervoor kiest om de uitkering een jaar later in te laten gaan, krijg je per maand € 1.379,25 bruto. Als je ervoor kiest om de uitkering vijf jaar later in te laten gaan, krijg je per maand € 1.660,36.

Stel je bent in 1950 geboren en je hebt in 2020 de AOW-leeftijd bereikt. Op dat moment bedroeg de uitkering (bruto) € 1.228,02 per maand. Als je ervoor kiest om de uitkering een jaar later in te laten gaan, krijg je per maand € 1.290,92. Als je ervoor kiest om de uitkering vijf jaar later in te laten gaan, krijg je per maand € 1.548,85.

Stel je bent in 1967 geboren. Dit betekent dat je vanaf 2034 recht hebt op een AOW-uitkering. Als je ervoor kiest om de uitkering een jaar later in te laten gaan, dus vanaf 2035, krijgt je per maand € 1.276,59 bruto. Als je ervoor kiest om de uitkering vijf jaar later in te laten gaan, dus vanaf augustus 2039, krijg je € 1.537,08 bruto per maand.

Jaarlijkse indexering

Het is goed om te weten dat de AOW-uitkering jaarlijks wordt geïndexeerd. Dit betekent dat de hoogte van de uitkering meegroeit met de prijsstijgingen. Hierdoor wordt voorkomen dat de uitkering in de loop der jaren minder waard wordt.

Extra info

Bronvermelding

© Foto: 123rf.com

lijn vrouwenverhalen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *